Thuiskomen | Mensen | Beelden | Contact | Zoom

Gaston De Graef

Herinneringen van een postmeester

 

Gaston

De Graef




Begin juli 2012 werd ons oude postkantoor bedankt voor de moeite en stak Bpost de straat over om haar intrek te nemen in een hip kantoortje zonder de klassieke loketten van weleer. Jarenlang was de post een beschermd monument. Alles bleef er bij het oude, decennia lang. Maar sinds het internet een staatsgreep pleegde op onze communicatie is de post haar monopolie kwijtgespeeld. Reorganisatie & herstructurering waren een logisch gevolg. De post heeft zich langzaam maar zeker bekeerd tot de eenentwintigste eeuw.
Gaston De Graef, heeft 46 jaar lang bij de post gewerkt. Gestart als hulpkracht-beambte in 1946 en geëindigd als postmeester in 1992. Een verhaal van een man die op zijn veertiende verplicht was te gaan werken om den brode maar ondanks dat zijn licht niet onder de korenmaat zette. Hij is een schoolvoorbeeld van iemand die zich door zelfstudie en het deelnemen aan examens langzaam maar zeker heeft opgewerkt.

Op een zonnige zaterdagochtend ben ik welkom bij Gaston in de Beukenlaan in de tuinwijk. Aan tafel doet hij me zijn verhaal uit de doeken.

Gaston als vijfjarige

 

De Graef is geen Zeelse naam. Enkel hij en zijn kinderen en kleinkinderen heten De Graef in Zele. Gaston werd geboren op 19 oogst van het jaar 1929 in de Kloosterstraat. Waar nu Juvenes is, stond voorheen mijn geboortehuis, vertelt Gaston. Zijn vader was Aloïs De Graef en die was afkomstig uit Sint-Niklaas. Na de eerste wereldoorlog hielp hij in de Westhoek bij het opruimen van de oorlogsschade. Zijn moeder Leonie Arbijn was in Avermaat geboren en moet in de Westhoek als dienstmeisje gewerkt hebben. Zijn vader was weduwnaar en had uit zijn eerste huwelijk twee dochters. In het verre West-Vlaanderen hebben zijn ouders op een of andere manier elkaar leren kennen en zijn ze in 1921 in Diksmuide getrouwd.

Vijf jaar later in 1926 is het gezin verhuisd naar de Zeelse Kloosterstraat. Uit het huwelijk werden drie zonen geboren: August, Leon en Gaston. Vader Aloïs was havenarbeider in Antwerpen. Dat betekende dat hij iedere morgen vroeg weg was en pas ’s avonds laat thuis kwam. Havenarbeiders brachten regelmatig wat mee van hun werk. Gaston herinnert zich nog de sinaasappelen en ook de koffie. Ruwe koffie die zijn moeder dan zelf brandde op de kachel.

Later is het gezin De Graef verhuisd naar Avermaat. Heel mijn jeugd heb ik op den Briel gewoond, zegt Gaston. Den Briel is het kruispunt van de Scheldestraat met Avermaat. Aan zijn jeugd houdt Gaston zalige herinneringen over. Vooral de zwempartijen in de Vaart zijn hem bij gebleven. De Vaart was toen anders dan nu. Je had er drie punten waar het goed was om te zwemmen: de Kreek, ’t Putje en de Poort.

  Gaston bij zijn plechtige communie
Zijn schoolcarrière is hij in de bewaarschool van Avermaat gestart. Het eerste leerjaar heeft hij deels in Avermaat, deels in ‘t Kapellestraatje gedaan. Ik herinner me nog dat ik in de klas van Bonne Suy zat in het eerste leerjaar, zegt Gaston. Het zesde leerjaar heb ik overgeslagen, ik mocht van de vijfde naar de zevende klas. Ik heb bij Robert Arens gezeten en twee jaar bij Jules Van Kerckhove. Toen ik bij hem zat, mocht ik deelnemen aan het examen van het fonds voor de meestbegaafden. Een fonds dat extra middelen gaf aan de minder bemiddelde ouders om hun kind verder te laten studeren. Ik was niet geslaagd voor dat examen, vertelt Gaston, ik had het vrij goed gedaan, alleen de vraagstukken hebben me de das omgedaan. Ik weet nog dat Jules Van Kerckhove erg teleurgesteld was.   In juli 1943 was de school uit voor Gaston, letterlijk en figuurlijk. Het was oorlog en zowel zijn vader als zijn twee broers zaten in Duitsland. Ik moest thuis blijven van school en gaan werken, zegt Gaston,  anders hadden we geen inkomen. Ik vond werk ‘tot Goossens’, een spinnerij op de Kouter. Lang heb ik dat niet gedaan, gaat Gaston verder, een jaartje later vond ik werk als telegrambesteller aan ’t station. In heel Zele moest ik dan de telegrammen gaan bezorgen en vaak was dat bij de boeren om te melden wanneer een wagon pulp zou toekomen. In het dorp deed ik dat te voet maar als het verder was, stonden er genoeg fietsen aan het station om even te ‘bezen’. Naast mijn job moest ik op het perron nog de kaartjes knippen en de abonnementen controleren. Iedere dag moest ik ook het geld van het station weg brengen naar de post.
Oude postkaart van de post in de De Deckerstraat  

Op een bepaalde dag zie ik daar een briefje hangen: ‘Bediende gevraagd’. Ik vernoemde dat thuis, vervolgt Gaston, en daar vonden ze dat ik mijn kans maar moest wagen. De post was toen nog in de De Deckerstraat, juist voor het straatje van de dekenij. Links woonde de postmeester en rechts was de post. Bij de postmeester, meneer Troch, thuis mocht ik toen examen gaan doen. Rekenoefeningen en kijken of ik bekwaam was om te schrijven. Dat vormde geen probleem en in mei 1946 kon ik in de post van Zele beginnen als hulpkrachtbeambte. Als je Gaston hoort vertellen, was het in de post toen nog echt de prehistorie. Buiten papier en pen en inkt, hadden ze niets. Rekenmachines moesten toen nog worden uitgevonden in de post. Cijferen, cijferen en nog eens cijferen was de boodschap.

Het werk in de post beviel me erg, zegt Gaston. Ik wou promotie maken en dat betekende cursussen volgen en vooral veel zelfstudie en natuurlijk ook deelnemen aan de examens.

Ik heb serieus wat tijd doorgebracht in dat kamertje hierboven. Ik heb heel wat watertjes doorzwommen, zegt Gaston. Hulpkracht-beambte, klerk, eerstaanwezend klerk, opsteller, eerstaanwezend opsteller, onderbureauchef, bureauchef… Voor postmeester moest je geen examen meer doen. Daar telde je graad en je dienstanciënniteit. In het begin waren er nog schoolvakken bij maar hoe hoger je klom hoe saaier de materie werd. Met de beste wil van de wereld, ik zou er niet graag meer aan beginnen. Maar ja, zucht Gaston, het was nu eenmaal een noodzakelijk kwaad wilde je vooruit komen.
In heel zijn loopbaan heeft Gaston maar drie postkantoren gekend: Zele, Hamme en Lokeren. Van Zele werd hij in de jaren vijftig overgeplaatst naar Hamme als bediende. Enkele jaren later kwam hij als rekenplichtige terug naar Zele. In 1973 kreeg hij in Lokeren een betrekking als adjunct-postmeester en toen de postmeester van Hamme ziek werd, werd Gaston waarnemend postmeester. In 1979 vroeg de postmeester van Zele zijn overplaatsing naar Puurs en solliciteerde Gaston voor de job van postmeester in zijn heimat. Dat verzoek werd ingewilligd en op 2 april werd hij in dit ambt benoemd.

  Gaston aan het werk als postmeester
Voetbalploeg van de post   Het postkantoor van 1957
Voetbalploeg van de post. Onderaan: Werner Christiaens (extern), Van Gyseghem, Leopold Christiaens, Gaston, Paul Van Cauteren, Prosper Charels (lijnrechter). Boven: Fred De Ridder, Adolf Baert, Eduard Herwege, Jerome De Wilde, Roger Van Den Hof en Roger L'Ecluse.
Het postkantoor (bouwjaar 1957)
Het sorteren van de post   De facteurs vertrekken...
Iedere werkdag begon met het sorteren per ronde.
Freddy De Strooper, Henri Desmet, Willy Van Driessche en Fred De Ridder.
 
Een vertrouwd beeld uit de jaren stillekes.
Rond de klok van achten werden de duiven gelost...
Gaston is getrouwd met Maria Poppe. Zijn Maria heeft hij in ’t Gildenhuis leren kennen. Maria trad op met een toneel van de Kajotsters. Zelf was Gaston geen Kajotter, hij was bij de Katholieke Burger- en middenstandsjeugd (KBMJ). Eigenlijk hebben we niet zo lang kennis gehad, vertelt Gaston. In juli 1955 zijn we getrouwd en gingen we in een klein huisje in de Langestraat wonen. ’t Was er piepklein, herinnert Gaston zich, een woonkamer, een veranda, een klein keukentje en één slaapkamer. Hoe klein het ook was, we woonden er graag. Toen we twee kinderen hadden, waren we genoodzaakt te verhuizen naar een ander huis in de Langestraat. In 1965 werd de Tuinwijk gebouwd en hadden we de kans om een huis te kopen in de Beukenlaan.   Veertien jaar woonde Gaston en zijn gezin er. Gaston en Maria hebben zeven kinderen: An(1957), Eric (1959), Lieve (1961), Hans (1962), Peter (1964), Wim (1969) en Veerle (1971). Met dat grote gezin was het noodzakelijk om het huis snel uit te breiden met een achterbouw zodat er beneden meer leefruimte was en ze boven vier slaapkamers hadden.
Toen Gaston postmeester van Zele werd was hij verplicht om boven de post te gaan wonen. Maria was daar niet echt gelukkig mee maar het was nu eenmaal een noodzaak. In de Beukenlaan woonden ze beneden met zicht op de tuin, op het Centrum woonden ze boven en hadden ze slechts drie slaapkamers. Maar met enkele stapelbedden lukte het wel.
Gaston De graef   Postmeester klinkt niet zo hip als ‘ceo’ of manager maar in wezen was het takenpakket hetzelfde. Een postmeester moest er voor zorgen dat zijn postkantoor perfect draaide. De post dat waren de postbodes en hun rondes maar ook het eigenlijke postkantoor met de bediendes. Gaston moest alles plannen, de dienstregeling opstellen, de boekhouding doen, de briefwisseling verzorgen, iedere dag controleren of de kas klopte… Mijn dagen waren goed gevuld, herinnert Gaston zich.
Het laatste jaar dat ik in dienst was hebben we hier in Zele zo maar eventjes 3 miljard frank (75 miljoen euro) verhandeld. Dat was toch niet niks, hé, zegt Gaston. Computers heb ik bij de post nooit gekend maar toch zijn er nooit drama’s gebeurd als de kas ’s avonds werd afgesloten. Ook qua overvallen heb ik geluk gehad. In al die jaren is er nooit iets gebeurd. In Hamme is de post overvallen bij de postmeester die me verving en ook Lokeren heeft nachtelijk bezoek gehad toen ik met verlof was.

De post was vroeger zoals veel instellingen trouwens een mannenbastion. En zo was het lange tijd. Gaston herinnert zich nog goed de facteurs uit de jaren stillekes: de drie gebroeders Beirens, Petrus, Kamiel en Prosper, Gaston Heirman, Max Van Houtte, Jules Cornelis… Facteurs van toen zijn ook niet meer te vergelijken met die Speedy Gonzalessen van nu. Het was duidelijk een andere tijd. Sommige facteurs waren sociale werkers avant-la-lettre. Ze kenden het wel maar ook het wee van de mensen van hun ronde, ze leefden met hen mee en bij de meeste families waren ze vriend aan huis. De facteur ging steevast langs achteren en vaak hoorde je dan van die genante of plezante anekdotes van met de deur in huis te vallen. Als je tegenwoordig een facteur langs achter ziet gaan, zou je denken dat het een wereldwonder is. Ja, zucht Gaston, er is veel veranderd. Ik hoorde laatst van iemand die zo maar eventjes 750 huizen op zijn ronde had.

De laatste werkdag van Roger L'Ecluse en Paul Van Cauteren

  De laatste werkdag van Roger L'Ecluse en Paul Van Cauteren

Doorheen de jaren is de hoeveelheid post wel sterk verminderd door e-mails, sms, twitter en dat facebookgedoe. Reclame wordt wel veel besteld. Met hun elektronische fietsen en brommerkes affeseren ze wat beter en kunnen ze meer in minder tijd. In reorganisatie is De Post, of liever gezegd Bpost vrij sterk vandaag. Sinds 2009 wordt onze post gesorteerd in Lokeren en in 2012 werd het oude postgebouw gesloten om te verhuizen naar een nieuwe locatie met enkel loketfunctie.
Ik kwam goed overeen met mijn mensen, vertelt Gaston, in al die jaren heb ik bitter weinig problemen gekend, de stakingen niet te na gesproken. Dat waren soms best wel eens spannende dagen vooral omdat een van mijn postbodes nogal een hevige vakbondsman was. Het werd wel iets moeilijker toen er vrouwelijke bestellers bijkwamen, dat gaf soms spanningen in de groep, gaat Gaston verder. Mensen die zich tot elkaar aangetrokken voelden met alle gevolgen van dien. Dat was soms niet makkelijk want in se had ik me daar niet mee te moeien.
De grootste evolutie is echter begonnen nadat ik met pensioen gegaan ben, vertelt Gaston. Ik heb op de post nooit een computer gekend.

  Ik was al tachtig toen ik van mijn kinderen ook zo’n machine gekregen heb, maar verder dan e-mailtjes ontvangen en sturen en wat surfen op internet gaat het niet. Ik ben nog een man van den oude stempel, lacht Gaston. Twintig jaar geniet Gaston van zijn pensioen.
Heb je hobby’s? vraag ik hem. Het blijft even stil. In mijn jeugd heb ik voetbal gespeeld bij de Scela en later hebben we met de post regelmatig een ploegje gevormd. Hij haalt zijn portefeuille boven en toont me enkele door de tijd gekreukte fotootjes die getuigen van een sportief verleden. Maar ik ben een fervente sportliefhebber op tv, vervolgt Gaston. Echte hobby’s heb ik eigenlijk nooit gehad. Ik had een vrij zware job en we hadden een groot gezin. Ik had echt mijn handen vol want ik wou waar het mogelijk was mijn vrouw een handje toesteken. Ons gezin was voor mij het allerbelangrijkste. Eén van de mooiste momenten waren ongetwijfeld toen we naar de diploma-uitreiking mochten gaan aan de universiteiten van Gent en Leuven. Zelf moest ik noodgedwongen stoppen op mijn veertiende en het is plezant om te zien dat je kinderen het verder konden schoppen, glundert Gaston.
Gaston en Maria met hun kinderen   Gaston en Maria met hun kleinkinderen

Gaston haalt een fotoboek boven. Een boek waarin zijn vrouwtje alle foto’s en archieven van zijn postverleden heeft verzameld. Samen bladeren we het eens door. Een pak foto’s van feestjes, uitstappen, pensioneringen en beelden van op de werkvloer, zijn mensen in actie. Een boeiend boek waar ik mooie foto’s uit kan putten.

En hoe vul je je dagen? vraag ik hem. O, antwoordt Gaston, veel lezen. Iedere dag de krant en voor de rest ga ik praktisch iedere week naar de bib. Ik ben verzot op thrillers James Ellroy, John Grisham, Lee Child… Lezen vind ik zalig. En voor de rest probeer ik mijn vrouw wat te helpen, iedere dag de patatjes te schillen, de tuin te onderhouden… En dan is er ook nog ons gezin: 7 kinderen, 18 kleinkinderen, 4 achterkleinkinderen… Regelmatig valt er dus wat te vieren en op zondag is het hier meestal de zoeten inval, vertelt Gaston, de meesten passeren hier dan de revue en dan is het meestal een gezellige drukte. Mijn vrouw en ik vinden dat reuze. Onze kinderen verrassen ons bij speciale gelegenheden (onze vijftigste huwelijksverjaardag, mijn 80 lentes…) met een weekendje met heel de familie. Met heel de boel samen, dat zijn echt zalige momenten.

 

Het loopt bij den twaalven als ik Gaston vraag hoe hij terugkijkt op heel zijn leven. Als je mij vraagt of ik tevreden ben van mijn leven, zegt Gaston, dan antwoord ik volmondig JA! Zijn gezicht straalt als hij het zegt. En ja ik heb ook wat tegenslagen gekend. Ons eerste kindje, onze Jan, was acht dagen oud toen hij stierf, ik ben eens een paar keer serieus ziek geweest en in 2008 heb ik een hersenbloeding gekregen. Gelukkig is dat allemaal goed gekomen, enkel mijn fijne smaak, die ben ik kwijt.

Met een glaasje sangria neem ik afscheid van Gaston. Bedankt voor den babbel en ik hoop dat je nog lang mag genieten van je pensioen maar vooral van je gezin waar je zo trots op bent!

Mark De Block

30.08.2012

Onze Facteurs…

In het fotoboek van Gaston vond ik schone foto's van onze facteurs, ergens eind van de jaren tachtig.

Foto’s genomen door Rudolf De Schutter in een tijd toen er nog tijd was…

Een fotografisch eerbetoon aan deze Mensen van bij Ons! Geniet ervan!

Henri Desmet

  Alois Vehent  
Henri Desmet
Alloïs Vehent
Fred De Ridder
Fred Willems   Paul Van Cauteren   Roger L'Ecluse
Fred Willems
Paul Van Cauteren
Roger L'Ecluse
Rudolf De Schutter   Willy Van Driessche   Chris Verbruggen
Rudolf De Schutter
Willy Van Driessche
Chris Verbruggen
Eddy Bracke   Dirk De Cubber  
Eddy Bracke
Dirk De Cubber
Freddy De Strooper
Hilde De Koker en Lieve Sichien   Marc D'hollander   Marcel Baetens
Hilde De Koker en Lieve Sichien
Marc D'hollander
Marcel Baetens
Marcel Nelis   Martine Dauwe   Pros Rombaut
Marcel Nelis
Martine Dauwe
Pros Rombaut
Raymond De Donder   Raymond Herwege   Roland De Wilde
Raymond De Donder
Raymond Herwege
Roland De Wilde


© Mark De Block

afdrukken

Herinneringen van een postmeester - Gaston De Graef


Thuiskomen